Toespraak Voorzitter vereniging bij overdragen dankteken.

 

 

 

 

 

foto: Hein de Vries Robles

Geachte aanwezigen,

 

Enige tijd geleden werd ik door Maurits Cohen benaderd met het bericht dat hij met een aantal Joodse mensen een dankmonument wilde oprichten. De eerste reactie was een van verbazing. Aanleiding was de oprichting van het holocaustmuseum op deze locatie tegenover de Hollandsche Schouwburg. Hier zijn veel Joodse kinderen in veiligheid gebracht door mensen die meer inzaten over de kinderen die ze niet hadden kunnen redden dan die wel gered waren. Zie het verhaal van de moeder van Rob Oudkerk.

 

Maurits Cohen heeft een indrukwekkend boek geschreven: ‘De Erfenis’, dat een goed beeld geeft over de vervolging van Joden en de ondergedoken Joodse kinderen. Hij heeft er ook een Franse vertaling in opgenomen voor zijn familie, maar de lezer kan zijn of haar Frans er ook mee ophalen.

In het boek staan ook de reacties van mensen op de gebeurtenissen mooi beschreven. Ik was onder de indruk van wat Jan Reitsma deed, directeur van de Bergstichting, een Joods kindertehuis.

Maar kenmerkend was het verhaal over ‘Tante Ien’, een weduwe van 29 jaar met drie kinderen. Er belde op een avond een verzetsman aan met twee Joodse kindertjes, waaronder Maurits. Het was letterlijk levensgevaarlijk om Joodse kinderen in huis te nemen, maar ‘Tante Ien’ zei ja. Later kwam er nog een Joodse baby bij. Het was voor haar als voor zovelen een vanzelfsprekende zaak om medemensen te helpen.

 

Voor veel mensen in het verzet was het vanzelfsprekend om te helpen. In de NTR-serie ‘Het Verhaal van Nederland’ wordt de geschiedenis van Nederland in grote stappen behandeld. In het laatste deel over de WO II worden verzetsmensen weggezet als avonturiers. Ze zullen er ongetwijfeld tussen hebben gezeten, vooral na Dolle Dinsdag, maar de meeste verzetsmensen deden dat uit overtuiging. Daaronder ook veel vrouwen zoals ‘Tante Ien’. In de afgelopen tijd is daarover het nodige gepubliceerd in dagblad ‘Trouw’.

Veel kinderen van verzetsmensen kunnen trots zijn op wat hun vader en/of moeder hebben gedaan, al zijn er ook veel kinderen die daardoor voor het leven getekend zijn omdat hun vader, moeder of opa geknakt uit een kamp zijn teruggekeerd of erger in het kamp de dood vonden of standrechtelijk gefusilleerd, bijvoorbeeld omdat zij Joodse mensen hadden verborgen. Voor die kinderen van verzetsdeelnemers die traumatische ervaringen hebben opgelopen, is onze vereniging opgericht. Traumatische ervaringen kunnen nog generaties lang doorwerken, maar dat behoeft op deze plaats geen toelichting.

 

Zoals ik al zei, was het voor ‘Tante Ien’ en velen met haar een vanzelfsprekende zaak om te helpen. Sommige verzetsdeelnemers vroegen niet het Verzetsherdenkingskruis aan omdat ze vonden dat ze alleen maar hun plicht hadden gedaan.

Nu staat hier een Dankmonument, niet omdat het moest, maar omdat Maurits en zijn mede-initiatiefnemers vonden dat het er moest komen. Namens de betrokken verzetsmensen zeg ik hun daar veel dank voor. Op z’n Hollands: het had niet gehoeven maar wij, kinderen van verzetsdeelnemers, zijn er erg blij mee.